Elke autist is gek op twee dingen: alles is overzichtelijk en goed voor herhaling.

Dus toog DBK net als vorig jaar direct aan het begin van zijn lange, lange vakantie naar de Veluwe in het bijzijn van DBK senior (2 maal) en de twee kleine DBK-tjes. Werd er vorig jaar om het traumatische verlies van de caravan te Zeeland te verwerken, door de oud-eigenaren getrakteerd op een midweekje Landall in het noord-westen van de Veluwe. Dit jaar werd er uitgeweken naar het uiterste zuid-oosten van dit fantastische fiets- en natuurgebied (in deze volgorde natuurlijk): Eerbeek.

Geheel tegen mijn natuur in maar met als excuus dat de erbarmelijke LM nog in de benen en in het hoofd zat, was ik me pas vlak voor het vertrek naar de Veluwse Zoom gaan oriënteren op welk fietsvermaak deze regio te bieden had. Hopende op wat licht glooiende heide- en bospaden werd ik blij verrast door mijn vaste klimsite Heuvel Fietsen. En wat bleek, hier konden nog best een aantal klimmetertjes verzameld gaan worden.

Zoals iedereen weet is er tijdens het pleistoceen of holoceen (daar wil ik vanaf zijn) een aardige stuwwal ontstaan door stuwing in meerdere fasen van riviersedimenten door een landijslob in het IJsseldal. Laat deze wal nou net 1 van de meest indrukwekkende stuwwalcomplexen van Nederland zijn met hoogtes die oplopen boven de 110 meter NAP. En hier lopen dus allemaal zeer goed onderhouden, deels autovrije, wegen overheen met als bekendste voorbeeld de Posbank.

Snel geteld kwam ik op een stuk of 11 aardige klimmetjes in mijn  directe omgeving dus DBK ging met een zeer goed gevoel richting dit ruim 2,5 miljoen jaar geleden door de natuur aangelegde fietsparcours. En een goed voorbereid mens telt voor twee dus had ik alvast de beoogde ritjes in MapSource voorbereid en ge-upload naar mijn eigen Porsche: de Edge 800: een rustig ritje van zo’n 65 km om kennis te maken met het gebied en een wat langere rit van 110 met meer hoogtemeters om mezelf eens lekker te testen.

Ritje nummero uno telde ruim 500 hoogtemeters met als belangrijkste klimmetjes de Holleweg, Tafelberg en Zijperberg-west. Maar voor het zover was werd er eerst door een prachtig bebost gebied gefietst met het nodige loslopende vee. Hierna de stuwwal af richting Rheden om vandaar omhoog te gaan. Na de Holleweg (max bijna 10%) blijf je een tijdje bovenop de wal fietsen door mooie natuur en via de Posbank krijg je dan heerlijk mooi meanderende klimmetjes met heuse haarspeldbochten.

Via Rozendaal, naar het aantal inwoners gemeten de kleinste gemeente op het Nederlandse vasteland, verlaat je het klimgedeelte en langs de rand van Nationaal Park de Hoge Veluwe glooi je weer terug via Hoenderloo en Loenen. Nog even over de Schaapsallee (ruim 4 km omhoog) die natuurlijk zijn naam eer aan deed en binnen 2 uur en 4 minuten waren we weer op Coldenhove aanbeland. Een lekkere opwarmer, dat zeker. Maar ik keek nu al uit naar donderdag wanneer er ruim 700 meter hoogteverschil op het programma stond.

Even de details op een rijtje van ritje nummer 1:

Want de wonderen der techniek in combinatie met zelfoverschatting staan voor niets. Dus heb ik in MapSource alle klimmen opgenomen die voorhanden zijn op de Veluwse Zoom in een rit waarbij ik naast hoogte ook nog wat meer van de omgeving wilde zien (lees: gewoon ver weg fietsen). Dus naast de hele stuwwal werd ook het gebied onder Zutphen aangedaan met als pittoreske in het oog springers: Doesburg, Brummen en vooral Bronkhorst.  En natuurlijk moest er even gevaren worden..

De eerste 40 kilometer gingen dus zoals gezegd over alle Cols de Veluwe en dat is lekker afwisselend. Zo hijg je omhoog en zo suis je weer naar beneden. Met name de Posbank en Zijperberg zijn erg mooie klimmetjes en de afdaling van de Emmapyramide is er 1 van een hoog natuurgehalte. Maar aan alle klimvreugde komt een einde en dus na de zwaarste van het stel (wederom de Holleweg, niet te verwarren met zijn naamgenoot in het Rijk van Nijmegen want die is nog wat procentjes steile) werd er een vlakke koers gezet naar de pont bij Bronkhorst.

Zoals NU.nl reeds een jaar gelden schreef:  “De oversteek naar Bronkhorst met het Bronkhorsterveer is altijd weer een “nostalgische” belevenis”. En gelijk hebben ze want als je hier de kronkelige IJssel oversteekt voor een euro dan zit je gelijk in de Middeleeuwen. Bronkhorst verkreeg in 1482 stadsrechten. De naam Bronkhorst werd reeds omstreeks het jaar 1000 voor het eerst vermeld toen een nazaat van Bruncharus, de eerste graaf van Hameland een nederzetting met deze naam zou hebben gesticht.  Tot de voornaamste bewaard gebleven oudheden behoren de kapel en een paar huizen met trapgevels, alsmede enige woningen met houtwerk in de buitenmuren. Het kasteel, stadsmuren en de stads- grachten zijn verdwenen. En vanaf de pont rij je bijna direct dit kleinste stadje van Nederland. Een aanrader !

Vervolgens meandert de IJsseldijk richting Doesburg, reeds in 1237 stadsrechten en altijd erg strategisch gelegen langs de IJssel was dit een zeer belangrijke vestingsstad, op weg naar de laatste uitdaging van vandaag: de Lange Juffer. Vanaf de IJsselbrug vanuit Doesburg zie je de stuwwal al weer rijkbebost liggen en je weet dat je na 80 km daar nog even overheen moet. Nou is deze Juffer niet erg steil maar met zijn bijna 6 kilometer wel lekker lang. En dit super onderhouden fietspad is autovrij en loopt door een magnifiek stukje bos. Eenmaal boven had ik een keuze: direct door naar huis op 2 kilometer afstand of nog een extra rondje van 15 om de Schaapsallee nog een keer mee te pakken. Drie keer raden… En ook hier liep weer wat loslopend vee rond te grazen natuurlijk.

Al met al bereikte ik na amper 4 uur, ruim 110 kilometers en 774 (!) hoogtemeters weer de vakantievilla met de stille hoop hier weer eens terug te komen met al mijn Jaxitingvrienden voor een weekendje fietsen met een bourgondische ondertoon. Hoop doet leven zullen we maar zeggen maar dit gedeelte van de Veluwe heeft in ieder geval mijn fietshart gestolen. En dat is altijd nog beter dan die gestolen bergpunten in Giessenburg zullen we maar zeggen !