Deze morgen worden we wakker met zijn minst gezegd wat gemengde gevoelens. Het einde is in zicht, we zijn blij met ons ongeplande verblijf in Upega en redelijk brak van de plaatselijke alcoholische versnaperingen van gisteravond.

Wat echter ook meespeelt is het feit dat we weliswaar het avontuur gisteren omarmd hebben maar dat we de geplande route moeten loslaten. En deze pas weer kunnen oppakken bij Monaco. Dat is best jammer want er zaten nogal wat mooie gravelkilometers in de originele etappe.

Voor de mensen die de komende jaren geen aardverschuiving tegenkomen, hier nog even de originele routebeschrijving van La Brique, de plaats waar we gisteren hadden moeten eindigen.

De originele route

Vanuit La Brigue gaat het eerst even naar beneden naar even boven de 400m om net na het plaatsje Fontan rechtsaf te slaan en de D40 te volgen. Een kilometer of 8 na de afslag houdt het asfalt op en volgt de eerste gravelstrook van 12,3 km tot de aansluiting op de D68. Vanaf daar is het weer asfalt tot het hoogste punt bij een monument voor de fuseliers, oude kazernes en een fort met de naam La Forca op 2.020m hoogte.

Toen de Frans-Italiaanse betrekkingen verslechterden aan het eind van de 19e eeuw, begonnen de werkzaamheden aan het Fort de la Forca. Nu zijn de versterkingen op dit hoge punt boven de Col de Turini vervallen tot ruïnes. Vanaf de heuveltop op iets meer dan 2.000m in het Mercantour-park heb je uitzicht tot de Italiaanse grens en kijkt je uit over de Vésubie en Roya-valleien. Dit punt werd beschouwd als een belangrijk strategisch punt, belangrijk genoeg voor het Duitse leger om te bezetten tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Het is niet eenvoudig om hier te komen, zoals je mag verwachten van een heuvelfort. Het is een lange maar waardevolle klim, voornamelijk op gravelpaden, van bebost terrein naar een open landschap. Op een goede dag kun je de zee vanaf de top zien. Er is een lus rond het fort via een paar vrij vlakke kilometers die je kunt volgen als je je fris voelt en het volledige 360 ​​graden panorama van het gebied wilt zien. Het brengt je weer terug naar de GPS-route. De zijsporen leiden van de hoofdroute naar de vestingwerken op de heuveltop. Daarna volgt een korte afdaling tot de Col de Turini.

Onze route daalt vervolgens eerst af via asfalt over de D2566 om vlak voor Peira Cava rechtsaf een onverharde weg in te slaan door het bos. Je daalt hier circa 11 km onverhard met een percentage van 5,8 %. Vlak voor het dorp Moulinet kom je weer op asfalt uit om de doorgaande weg tot vlak bij Sospel te volgen. Vanaf het fort op het hoogste punt ben je nu weer afgedaald tot 400m boven zeeniveau. Vanaf hier begint de één na laatste klim van de hele reis. We slaan rechts af een asfaltweggetje naar een camping in. Na verloop van tijd houdt het asfalt weer op en komen we op het geliefde gravel terecht of inmiddels misschien niet meer en rijden via een aantal haarspeldbochten omhoog naar de Pas de l’Agréé die snel gevolgd wordt door de Col de Braus. Hier is een restaurant, dus wellicht kan er nog even gestopt worden om het vocht aan te vullen. De Col de Braus is het begin van een wat golvend stuk van de route met bijna 6 km gravel op ongeveer gelijke hoogte. Achtereenvolgend worden hierbij de Col de Faravel, deCol du Farguet  en de Col de Ségra gepasseerd. Tussen de Col du Farguet en de Col de Ségra op een kleine brug eindigt de laatste gravelsectie van de hele tocht en zul je voorlopig alleen maar asfalt zien.

Na de Col de Ségra wordt de daling ingezet via een smalle weg door een ruig en droog landschap met dennenbomen naar de Col des Banquettes. De Middellandse Zee is nu bijna voelbaar in zijn aanwezigheid, maar nog niet te zien. Na deze col volgt het dorp Sainte Agnes met net daarboven het Fort de la Ligne Maginot. Misschien dat het fort je niet zo interesseert, maar het is toch aardig om de korte klim naar het fort te maken, omdat je vanaf daar een mooi vergezicht naar de zee hebt. In Saint Agnes is nog een kruidenier en een paar horeca gelegenheden. Misschien een laatste stop voordat echt de laatste klim en de laatste 40km worden aangevat.

Op de kruising voor Sainte Agnes kiezen we de stijgende weg naar rechts richting de plaats Peille via de Col de la Madone de Gorbio om een hoogteverschil van 300m te overbruggen met een stijgingspercentage van niet meer dan 7%. Als je nog met het wielrennen opgegroeid bent in de tijd van Lance Armstrong, zul je misschien weten dat dit zijn testcol was als hij in Zuid Frankrijk vertoefde. Dat was voordat hij Girona had ontdekt. Hij beklom de col vanuit Menton en wij volgen alleen de laatste 5,5 km van deze route tot het hoogste punt. Vanaf de Col de la Madone wordt het een glijbaan naar zeeniveau via de Col de Saint Pancrace om vervolgens via de plaats La Turbie bij Cap-d’Ail echt aan de kust te komen.

Op weg naar Nice

Wij komen vanuit Upega via een hele lange afdaling vol met verlichte en onverlichte tunnels aan de kust uit bij Imperia. De kater is wat gezakt en hier eten we een paar lekkere broodjes. Vanaf is is het bijna 85 kilometer naar Nice en het enige wat we hoeven te doen is de kust volgen. Een deel van de route loopt over een voormalige spoorlijn die is omgetoverd tot een heerlijk vlak fietspad. Vlakbij Ventimiglia steken we de grens over naar Frankrijk.

We blijven de kustlijn volgen en via onder andere Monaco arriveren we na ruim 5,5 uur fietsen (met amper 1000 hoogtemeters) in Nice. We haasten ons want om 18.00 sluit de officieuze eindbestemming van TN: Café du Cycliste – het is een traditionele finishlijn voor fietsfanaten in deze tocht en een goede plek om andere renners te ontmoeten. Maar slechts open tot 18:00 uur. We zijn net op tijd maar echt hartelijk worden we niet ontvangen. Of we willen opschieten met onze colaatjes want ze gaan zo sluiten. Onze doorgaans zeer kalme en vriendelijke Rob schiet plots uit zijn slof als de eigenaresse zijn fiets alvast demonstratief buiten wil zetten. Welkom in Frankrijk, waar is de Italiaanse hoffelijkheid toch als je m nodig hebt?

We rijden vervolgens naar het hotel, gooien de tassen eraf en rijden vervolgens naar het strand waar Martin zijn fiets symbolisch te water laat en Rob zichzelf als eindmarkering van deze tocht. Dit was zonder twijfel de meest epische tocht die we ooit gemaakt hebben en we hebben hem met elkaar gemaakt. Torino-Nice, een belevenis voor het leven met vrienden voor het leven.

Resumé

Terugkijkend op de rally kan ik met zekerheid zeggen dat het een zeer mooi avontuur is waar je echter goed getraind aan moet beginnen. De dagen zijn lang, de klimmeters zijn zwaarder dan op asfalt en je moet je zwaardere gravelbike en bepakking ook meenemen naar boven. Ook de optelsom van de dagen ga je op een gegeven moment ook echt voelen. Verder is je uitrusting (fiets en tassen) van groot belang. Deze moeten tegen een aardig stootje kunnen. Wij hebben gekozen om de route in 7 dagen te verdelen maar dit kan je natuurlijk zelf bepalen. Hier vindt je ook het geweldige roadbook dat Rob heeft samengesteld. Alles over de route, beklimmingen, omgeving en historie kan je hierin terugvinden. Ook staat er zelfs een paklijst in. Wij waren voor 10 dagen alles bij elkaar (autoreis, overnachtingen, eten en trein) zo’n 1000 euro kwijt.

Maar het belangrijkste advies is om dit samen met je vrienden te rijden. Het zal een dierbare herinnering worden die jullie de rest van je leven met elkaar zullen delen.