Weidse uitzichten op de beroemde Strada dell’Assietta

Nauwelijks bekomen van alle indrukken en ontberingen (lees: Colle del Colombardo) verlaten we ons voormalige klooster onder alweer prachtige weersomstandigheden. Al snel na het vertrek uit het hotel begint de klim van de Colle delle Finestre. Deze buitengewoon fotogenieke klim is een hoogtepunt van deze dag. Je stijgt 1.700m over 18 km en de bovenste 8 km is gravelweg. Het verloop is consistent aangezien deze weg in de 18e eeuw door het leger werd aangelegd, blijkbaar konden ze artilleriegeschut met een helling van 9% omhoog slepen. De klim gaat over van smalle beboste wegen met haarspeldbocht na haarspeldbocht (eigenlijk – één elke 100m of zo) over een beekje dat onder oude stenen bruggen stroomt, naar een hemelse onverharde weg voor de laatste handvol kilometers en 700m klimmen.

De met militaire precisie 9,2% oplopende Finestre is een openbaring na de helse omstandigheden van gisteren. Lekker door het bos over het asfalt van haarspeldbocht naar haarspeldbocht om vervolgens op 8 kilometer van de top aan de Strada del Colle delle Finestre te beginnen, het onverharde deel. De uitzichten worden nu steeds weidser en mooier maar de 18 kilometer lange klim begint wel zijn tol te eisen nu we op het gravelstuk zijn aangekomen. Hier blijkt weer eens dat onverhard omhoog rijden toch echt wel veel lastiger is dan over een biljartlaken van asfalt. Niet voor niets noemt Martin deze klim nog steeds Colle delle Funestre…

Eenmaal bovenop gekomen staan we minutenlang van het uitzicht te genieten. De rally is nu echt begonnen en we zijn nu daadwerkelijk op reis naar Nice. Teruggaan is geen optie meer en voor ons ligt nog zoveel moois op ons te wachten. .

Strada dell’Assietta

Na een paar kilometer afdalen over asfalt van 2.176m naar 1.910m slaan we bij de Pian dell’Alpe bij de wegsplitsing rechtsaf en gaan de gravelweg op naar de Colle del Assietta. De Strada dell’Assietta is een Italiaanse militaire route van meer dan 120 jaar oud. Vanaf de Pian dell’Alpe tot kort voor de wintersportplaats Sestriere strekt de gravelweg zich uit over een lengte van ca 33 km. Vanaf het begin klimt de weg van 1900 naar 2.350m, waarna hij golvend rond 2.300-2.400m verloopt en aan het eind daalt naar 2.100m. Onderweg worden achtereenvolgens de Colle del Assietta, Colle Louson, Colle Blegier en de Colle Basset gepasseerd waarbij je van weidse uitzichten kunt genieten.

De route over de Strada dell’ Assietta is echt een ongelooflijke rit. Dit is eigenlijk hoe ik het me had voorgesteld toen ik bedacht hoe het zou zijn om op hoogte over eeuwenoude gravelwegen te fietsen. De weg is opvallend rustig met af en toe een passerende fourwheel-drive of een enduro motor. Deze weg is niet gemaakt voor smalle bandjes en stadsauto’s, dat is wel duidelijk. We worden ook regelmatig met verbazing en bewondering begroet, dat je hier fietst uit vrije wil is voor veel Italianen werkelijk niet te begrijpen.

Na ruim 30 kilometer op en neer gereden te hebben en de nodige gravelhoogtemeters hebben gemaakt (3400 deze dag !), moeten we ook weer naar beneden. Dat klinkt een stuk relaxter dan het is. Regelmatig gaat het meer dan 10% naar benden en de bochten liggen erbij alsof we op een motorcross-circuit zijn: zand, stenen en kuilen. Kortom: lekker herstellen naar beneden is er niet bij.

Na de Strada gaat het vanaf Sestriere naar de Italiaans-Franse grens vlak bij skioord Montgenèvre. Bij Sesana Torinese rijden we het laatste “hupje” van de dag over en die doet na nog verrassend veel zeer na deze straffe dag. Daarna volgt er een afdaling naar de eindbestemming van vandaag, hotel Vauban in de vestingplaats Briançon. De start de volgende dag richting Col d’Izoard. Maar nu eerst een dubbel diner voor 3 graag….