Uit de oude doos: juli 2013 was ik in volle voorbereiding op de Marmotte. Op zoek naar een ritje dicht bij huis met enorm veel hoogtemeters stuitte ik op GPSies op een rit genaamd: Sterven in Wallonie. Pas na het rijden van deze rit over maar liefst 20 colletjes snapte ik de naam…Samen met Marmotte-compaan Cor en met Roy, de man van mijn Alpen-avonturen en hardomhoogrijder 1e-klas, togen we in alle vroegte richting Aywaille op de grens van Remouchamps (bekend van de Redoute).

De eerste 20 km bestaat uit louter opwarmertjes: (Côte de Cornémont (2,8km @ 4.1%), El Minire (4,6km @ 4.8%), Le Haftay (2,1km @ 5.5%), Chemin des Moutons (3,1km @ 5.4%) en Côte de Annette et Lubin (0,9km @ 11.1%). Hierna begint het echte werk met de beklimming van de Rosier Nord die zo’n 5,4 km duurt met een gemiddelde van 5.4%.

Nu we lekker warm zijn rijden we onderlangs richting Stavelot waar de altijd mooie maar zeer vervelende Stockeu op ons wacht. Maar voor we daar zijn wachten ons nog 4 klimmetjes die tegen een heuvelrug tegenover het dal van Stavelot ligt. Kan nooit veel voorstellen in vergelijkung met die klim die alleen Eddy Merckx leuk vond. Wat een enorme misrekening !

Voordat we aan de Ferme Libert beginnen in Beverce drinken we nog even wat en vullen we onze bidons bij. Na 23 meter vanaf deze stopplaats slaan we rechtsaf en dan slaat de schrik ons om het hart. We hadden deze beklimming die op plaats 7 staat van heel Belgie misschien wel even vooraf moeten googelen.

De ellende (nou ja) begint zodra je bij het kappelletje de de hoek omgaat. Al snel is het hier zo’n 19 procent steil. We verlaten het dorpje en de weg kronkelt door bos. Als de weg schep naar links buigt krijgen je benen even ontspanning met stijgingspercentages rond de 10%. Zodra je het bos uitkomt trekken de percentages weer aan. Wie niet tegen onregelmatige beklimmingen kan zal hier al kraken.

Langzaam kom je hoger en zie je de Ferme Libert liggen, een hotel restaurant met prachtig uitzicht. Ten hoogte van de parkeerplaats krijgen je weer even lucht. De percentages dalen hier tot onder de 10%, maar als je rechtuit durft te kijken ziet dat je nog 1 keer aan moet zetten. Wie hier al stuk zit gaat het echt moeilijk krijgen. Wie hier nog goede benen heeft kan een enorme voorsprong opbouwen op de top, die iets verder ligt.

De top ligt ten hoogte van de piste. Hier kon vroeger worden geskied, tegenwoordig trekt de sleeplift mountainbikers omhoog die hier komen om te downhillen. Als je het geluk hebt om ze in actie te zien, de sprongen zijn vaak zeker de moeite waard.

Na deze beproeving volgens er in korte tijd nog 3 van een iets minder kaliber maar stuk voor stuk zijn het echte kuitenbijters:  Côte de Meiz (1,9km @ 7.0%), Côte d’Amermont (3,6km @5.5%) en de Chemin de Renardmont (2,1km @ 7.6%).

Het klinkt wellicht wat overdreven maar na deze 4-klapper voelt de Stockeu toch wat minder zwaar dan anders maar bovenop voelen we de beentjes nu langzaamaan toch wel een beetje.

Via de Côte de Château (3,3km @ 6.3%), Wanneranval (1,8km @ 9.1%)  en de Côte de Spineux (3,1km @ 6.3%) rijden we naar de schitterende Côte de Brume (2,2km @ 8.3%) die direct vanuit het dal en het centrum van Trois-Ponts begint en zich slingerend een weg omhoog baant met schitterende vergezichten. Hierna overvalt een hongerklop onze met een dubbel trappende Cor en prompt eet hij de hele kaart leeg van het plaatselijke cafe dat deze dag dus een topomzet heeft.

We zijn er nu bijna en in de laatste 30 km doen we nog 4 colletjes:  Côte de la Levée (5,2km @ 3.8%), Côte de Forges Chevron (0,8km @ 10.6%), Côte de Lorcé (4,1km @ 5.6%) om te eindigen met de prachtige  de Côte de Niaster (1,9km @ 7.9%). De beklimming start iets ten zuiden van Aywaille. Volg de weg richting Bastogne, net na de Citroën garage is aan de linkerkant van de weg de afslag richting Niaster. Hier begint de beklimming. Twee kilometer lang slingert de weg omhoog met een gemiddeld percentage van bijna 8%. Door het bochtige parcours is het stijgingspercentage altijd weer anders, wat het een lastige klim maakt.

Uiteindelijk arriveren we weer bij de auto van Roy om uiteindelijk uit te komen op zo’n 137 km met maar liefst 3250 hoogtemeters (na correctie). Me dunkt dat dit een goede voorbereiding was op de Marmotte. Wat 2 weken later ook zou blijken maar dat kan je hier lezen.