Afgelopen vrijdag was het dan weer zover: klimmen in Limburg en Wallonie.

Eigenlijk stond de SRC op donderdag gepland, sterker nog: hij is die dag ook verreden. Maar door de wonderen der techniek (lees: Garmin Edge 800) en fietsvrienden die de route van de dag ervoor op internet zetten, konden Roy en ik hem de volgende dag feilloos rijden.

De Stylist stond geheel tegen zijn natuur in om 7 uur sharp voor de deur en kwart voor negen waren we reeds in Maastricht. Even een kopje koffie bij de voetbalvereniging waar wij parkeerden (en waar een vrouwentoernooi werd georganiseerd…) en klokslag 9.20 vertrokken wij vanaf de Bemelerweg richting Moerslag voor onze eerste beproeving. Slechts 600 meter lang maar wel 7% en daarna nog een heel lang vals plat.

Kortom, hierna waren we wel warm gedraaid en togen we vol goede moed richting Bernau waar vandaan je richting Barchon 10 kilometer gaat klimmen om uiteindelijk op 256 meter hoogte te komen. Na de daling naar Barchon doe je dit nog eens dunnetjes over door richting Prayon weer te klimmen tot 270 meter.  Het uitzicht is hier werkelijk oogverblindend en je bevindt je hier op het hoogste punt uit de streek dus kijk je overal op uit. Vervolgens heb je een prachtig mooie en lange afdaling richting Prayon om de eerste echte uitdaging aan te gaan: Côte de Forêt.

Je bevindt je nu op het zuidelijkste puntje van de route en vanuit het stadje ga je scherp linksaf en vervolgens rij je 3100 meter omhoog met een maximale stijging van 10%. De haarspeldbochten zijn erg mooi en laat je niet in de maling nemen door het mooie huis aan de top want dan moet je nog even. Op het kleinste blad naar boven en met een maximale hartslag wordt je uiteindelijk wel beloond voor al je inspanningen. Eenmaal boven is het uitzich erg mooi en vooral erg rustig vergeleken met de bedrijvigheid beneden.

Hierna volgt een kort afdaling en vervolgens klim je weer tot zo’n 268 meter hoogte richting Micheroux en vervolgens volgt een hele lange en glooiende afdaling naar Saint-Remy om weer een beetje op adem te komen van alle verschrikkingen van de afgelopen kilometers. Op dit moment zijn we net over de helft en er volgen nog een paar leuke kuitenbijters.

Overigens ben ik helemaal vergeten te melden dat het weliswaar een prachtig zonnige dag was vrijdag maar de atmosfeer werd aardig opgewarmd (gemiddelde temperatuur zo’n 25 graden, gemiddeld zeg ik erbij) en het waaide een stevige  NO 3 a 4. Dit geheel tegen de voorspelling in van Roy dit beweerde dat het met de wind in Limburg altijd erg mee viel. Behalve vandaag dan…

Naar boven en naar beneden reden we richting Neufchateau voor de volgende beproeving: Les Waides. Dit grote geheim van de Voerstreek wordt weinig bereden maar Steven had hem toch maar mooi gevonden en opgenomen in zijn Classic. Hier kwamen 2 dingen tesamen voor mij: onderschatting en te vroeg juichen. Het zit namelijk zo: het eerste stuk van zo’n 700 meter gaat nog niet zo steil en vervolgens loopt het een klein beetje vlak en ik dacht hier maar eens te gaan versnellen. Wat ik niet wist is dat Les Waides (vernoemd naar het gehucht bijna boven) nog bijna 2 kilometer doorloopt (foutje nr 1) en dat deze beetje bij beetje steiler wordt met een slordige 14% aan het einde. Ten minste dat denk je, want bij het gehucht lijkt de heuvel weer af te lopen maar dat is dus niet zo. De top ligt 500 meter verder en dat is echt ver weg als je denkt dat je er al bent (foutje nr 2).

Na deze helse beklimming reden we bergaf richting Warsage alwaar de plaatselijke bakkersvrouw ons gelukkig een aantal aardbeienvlaaitjes en wat colaatjes kon verkopen want we stierven van de honger en de dorst. Met volle bidons reden we met nog 40 kilometer te gaan door het uitgestorven Belgische landschap. Een prachtige afdaling bracht ons bij Richelle aan de Maas en met nog 28 kilometer te gaan leek het nu nog slechts rustig terug te pedaleren langs de boorden van deze rivier. Keiharde wind tegen maar daarentegen geen gekken beklimmingen meer, dachten we….

Want Steven had nog 1 verrassing in petto: Côte de Hallembaye. Na een paar kilometer rustig langs de rivier dook het parcours ineens een schimmig landweggetje op en na wat kort klauterwerk reden we ineens op een doorgaande weg richting Maastricht. Ook goed dachten wij tot plotsklaps voor ons een muur van asfalt voor ons op doemde. Mijn vrienden van de Kuitenbijters hebben dit mooi onder woorden gebracht:  “Het is een klassieke kuitenbijter die de renner verrast met de zware laatste loodjes die, gezien vanaf de voet, verraderlijk aan het zicht worden ontrokken. Het is de angstgegner van velen en de feestbreker voor de jonge honden die er in hun onbezonnen enthousiasme ‘en dansend’ op af stevenen om bekocht naar de top te moeten kruipen”.

En dus tierden en vloekten Roy en ik ons naar boven op een helling die nog geen kilometer lang is maar waar geen einde aan lijkt te komen. Hierna even naar beneden en dan via wat haarspelden direct weer omhoog richting Lanaye waar je een prachtig uitzicht hebt over de Maas en het aan de overkant gelegen Breust.

Via haarspeldbochten zakten we af naar de rivier en staken deze over om nog even gas te geven richting terras. Vlak bij Maastricht stuurde Steven ons nog even loodrecht omhoog naar een tiental meters hoger gelegen fietspad maar toen waren we er eindelijk. Na 118 kilometer stond er aan de voet van de Sint Servaasbrug een leeg terrastafeltje op ons te wachten bij cafe het Pothuiske (met de minst vriendelijke horecaman ter wereld overigens, maar wel lekkere koude cola en warme sate !

Alles bij elkaar hebben we zo’n 4,5 uur op de fiets gezeten en was het elke minuut meer dan waard. Prachtige vergezichten, uitdagende klimpartijen, prima weer en een geweldige compaan hebben deze dag tot wederom een onvergetelijke gemaakt. Over 3 weken Limburgs Mooiste: ik kan niet wachten. Roy bedankt en wees voorzichting met mijn ouwe, trouwe Edge 705 (snif) !