De start van de Tuscany Trail is op Piazza Mercurio in de plaats Massa aan de Ligurische zee. We verlaten de stad in zuid-oostelijke richting voor een vlakke aanloop van zo’n 20 km tot we voor het eerst de heuvels in gaan. Het eerste deel van de route loopt langs het spoor waarover we na de tocht weer terug naar Massa zullen reizen.
De start van de Tuscany Trail is op Piazza Mercurio in de plaats Massa aan de Ligurische zee. We verlaten de stad in zuid-oostelijke richting voor een vlakke aanloop van zo’n 20 km tot we voor het eerst de heuvels in gaan. Het eerste deel van de route loopt langs het spoor waarover we na de tocht weer terug naar Massa zullen reizen. De route verloopt via wat verkeersluwe straten om de drukte van de doorgaande provinciale weg te vermijden. Dit is niet helemaal te voorkomen en zo volgen we een deel van de SR439. Na circa 20 km slaan we linksaf een landelijk weggetje is en begint ook gelijk het eerste klimwerk. Heel hoog wordt het niet en de eerste top komt na 26,5 km met een hoogte van 350 m naar de top naar een plaatsje met de naam Pedona. Na een paar hupjes gaat het op 35,5 km vanaf de start nog een keer naar 420 m hoogte bij de Monte Ghilardona. De route loopt langs de top, maar je kunt nog even omhoog en weer terug.
Tussen Pedona en Monte Ghilardona krijgen we het eerste stuk gravel onder de wielen. We rijden dan op een panoramaweg tussen de olijfbomen en een boomrijke omgeving.
Na het hoogste punt dalen we geleidelijk af over asfalt om na circa 50 km in Lucca te komen gelegen aan de rivier de Serchio. Hier kunnen we wat cultuur snuiven en de plaatselijke horeca uitproberen.
Lucca staat bekend als een zeer aangename stad. De sfeer van Lucca is wellicht meer dan die van Sienna ‘simpatico, molto simpatico’. De bewoners van Lucca schijnen zich ook veel per fiets door de stad te bewegen, dus we zijn in goed gezelschap. Lucca is rijk geworden door handel in zijde en door
bankiers. Aan de noordkant komen we de stad binnen door de Porta Santa Maria.
We doorkruisen de met vestingmuren omringde oude binnenstad met de fiets en pakken zo de nodige toeristische gebouwen en straten even mee. De muren zijn vrijwel ongeschonden, omdat kort na de bouw de manier van oorlogvoeren in de 16e eeuw veranderde van offensief naar defensief. Ze
zijn daarnaast ook als enige belangrijke Italiaanse stadsmuren ontsnapt aan afbraak in de 19e eeuwen zijn begroeid met kastanjebomen. Onze route slingert door de oude binnenstad van Lucca en zo komen we langs de meeste oude kerken, kathedralen, sfeervolle pleinen en pleintjes en het
geboortehuis van Puccini. Opvallend is ook de Torre Guinigi met boompjes op de top. Aan de zuidkant verlaten we de stad door de Porta San Pietro om onze tocht te vervolgen. Na Lucca volgt een vrijwel vlak stuk van circa 50 km met rondom het plattelandsplaatsje Staffoli enkele geringe hoogteverschillen. In dit vlakke tussenstuk tussen Lucca tot de volgende langere klim van de dag zitten de nodige stukken afgelegen gravelweg. We komen hierbij voor Staffoli langs het mooi gelegen meertje Lago della Gheradesca.
Rond de 110 km begint de laatste grotere klim van de dag en rijden we door de plaats Vinci, de geboorteplaats van Leonardo da Vinci. Een stuk buiten het dorp passeren we zijn geboortehuis. Dit is niet te missen.
De klim verloopt over een heuvelrug en strekt zich uit over een lengte van circa 8 km met een hoogteverschil van iets meer dan 500 m. Gemiddeld betekent dit 6,3% hellingspercentage.
Bovengekomen scheren we langs toppen met de namen La Cupola, Il Cupolino, Poggio Cilegio en Monte Pietramarina. Bij de plaats Comeana zijn we weer volledig afgedaald en is het nog maar een paar kilometer naar onze overnachtingsplaats Signa.
De eerste dag zit er al weer op. Signa is geen heel bijzondere stad, maar heeft toch een paar sfeervolle straatjes. Hopelijk smaakt het Italiaans eten goed na een lekkere douche, waarbij je het nodige gravelstof door het putje ziet verdwijnen.