Met nog een maand voor de boeg tot de start van de Volta Classic moesten er nodig eens wat hoogtemeters worden gemaakt.
En dus toog de familie Jaxiting weer eens naar onze geliefde pleisterplaats in het uiterste zuiden van Limburg: Vaals. In onze ogen de beste uitvalshoek naar zowel alle mooie klimmen in Limburg als het meer ruigere werk in de Voerstreek achter de Vaalserberg.
Dag 1:
Zoals een echte midweek betaamt, reed ik ook deze keer weer elke dag een mooi heuvelritje. Op dag 1 ging ik weliswaar op pad met de vertrouwde Garmin Edge 1000 maar een route maken is ondertussen niet meer nodig na al die jaren ervaring in deze heuvelachtige streek. Vanuit Vaals reed ik direct omhoog de Epenerbaan op, 1,9 km lang en met het laatste stuk rond de 12%. Met de conditie en de benen zat het wel goed want ik reed hier direct een PR volgens Strava.
Overigens werd ik hierbij gestimuleerd door de segment-functie op de Edge waarbij je een seintje krijgt wanneer een segment gaat beginnen en hoeveel je voor of achter ligt ten opzichte van je beste prestatie. Een top feature weer van Garmin moet ik zeggen. Ik vervolgde mijn weg achtereenvolgens over de Schweiberg, om vervolgens de Loorberg niet af te dalen via Slenaken maar via Teuven over de prachtige klim van Gieveld, een aanrader dwars door het bos. Hierna over de Schilberg (max 15% en weer een PR), Schey, naar beneden over Ulvend, naar boven over de Planck om vervolgens via Gieveld door het bos weer naar boven te gaan.
Natuurlijk ging ik terug over de langste klim van Nederland, de Camerig om via de Wolfhaag aan de achterkant van de Vaalserberg te belanden om deze vervolgens vanuit Belgie weer op te rijden. Voor een eerste dag helemaal geen misselijk tochtje dacht ik zo. In 61 km werd toch maar weer even ruim 1100 hoogtemeter overbrugd en de benen voelden nog goed aan ook de volgende dag.
Dag 2:
En die benen waren hard nodig want een tochtje richting de Schönefelderweg in Duitsland stond op het programma. De reden hiervoor was dat binnen een straal van 35 km je tot ruim 450 meter kan klimmen. En deze klim begint eigenlijk al na een kilometer of 15. Hiervoor moet je eerst de Vaalserberg over en aangekomen in Kelmis rij je in 20 km gestaag van 200 hm naar 450 hm.
Absoluut geen moeilijke klim maar wel een hele lange die je relaxed peddelend kan afleggen. Bij de afdaling van de Vaalserberg had ik al gemerkt dat het aardig gevroren had de nacht ervoor en al glibberend en glijdend had ik Gemmenich weten te bereiken. Als het hier al glad was hoe zou het dan zijn op 450 meter hoogte ? Dat antwoord kreeg ik op 9 km van de top. Van het ene op het andere moment reed ik ineens in een diep besneeuwde omgeving en was het opletten geblazen tot de top. Het verse spoor van autobanden hield me op de been maar ondertussen reed ik wel door een adembenemend mooi boslandschap.
De weg naar beneden was gelukkig wel sneeuwvrij gemaakt en via een mooie op en neer gaande afdaling van 22 km kwam ik weer onderaan de Vaalserberg uit en ook de 2e keer die dag genoot ik van de Via Dolorosa. Ruim 2 en een half uur onderweg voor 66 km en 900 hm maar desalniettemin een zeer mooie tocht en de Schonefelderweg is een echte aanrader.
Dag 3:
Traditiegetrouw werd op de laatste dag een rondje gemaakt langs een aantal bekende Limburgse heuvels. Direct weer de Epenerbaan op om langs Het Hijgend Hert naar Vijlen (het hoogstgelegen dorp van Nederland) te rijden om daar over de soms pittige (+10%) Groeneweg een slinger weer terug naar Vijlen te maken. Het opwarmen was achter de rug.
Vanuit Vijlen via Mechelen naar Wahlwiller om daar de steile (+13%) Kruisberg zuid-west op te rijden. Een heerlijke voorbode voor de volgende bekende beklimming: de Eyserbosweg. Weliswaar maximaal net zo steil als de Kruisberg maar met zijn ruim 1100 meter wel 400 meter langer. Aan de achterkant naar beneden en over de Bronkweg (+12%) de zuidzijde van de Fromberg op te rijden. Vervolgens via Klimmen (mooie afdaling over de Ransdalerweg) en Schin op Geul naar 1 van de bekendste van Limburg: de Keutenberg.
Op Klimtijd.nl staat een mooi stukje over deze zeer steile heuvel: De Keutenberg behoort tot de moeilijkste beklimmingen van Limburg en is dé angstgegner van veel wielrenners die een rondje in in de buurt doen. De reden? De eerste 200 meter slaan je knock-out (met max 22%) en daarna zit er niets anders op dan harken naar het gehuchtje Keutenberg (gemiddeld 10%). Daarna wordt je nog getrakteerd op honderden meters vals plat. Kortom, alles behalve een gezellige beklimming. Ik vind deze beklimming elke keer weer makkelijker worden omdat ik nu ondertussen weet hoelang en hoe steil hij is en reed dan ook weer een PR op deze dag. Hierna had ik even de tijd om op adem te komen en via Sibbe reed ik naar de laatste van de echt bekende klimmen: de Cauberg.
Deze bekende beklimming (WK wielrennen) is eigenlijk helemaal niet zo’n moeilijke beklimming met zijn 800 meter lengte en maximaal stijgingspercentage van 13%. Maar meestal zit hij aan het einde van een tocht en dan voel je hem wel. Hierna reed ik zuidwaarts over Margraten en Noorbeek om via Vroelen (ruim 2 kilometer, max 8%) Belgie in te rijden. Je komt dan uit bij Ulvend en via deze mooie afdaling kom je in St Marten Voeren uit om vanaf daar via de Planck weer omhoog te rijden. Eigenlijk rij je gewoon iets zuidelijker de Schilberg op die je normaal gesproken vanuit Slenaken neemt.
Weer naar beneden naar Teuven om daar toch nog even Gieveld omhoog te rijden (en nu rij je iets zuidelijker de Loorberg op in plaats vanuit Slenaken). Vanuit daar naar Epen om nog even de Camerig te doen maar dan de west-variant met nog altijd ruim 3000 meter lengte best een aardig klimmetje. Vanuit daar is het dan relaxed naar beneden naar Vaals om daar terug te kijken op weer een geslaagd Limburg-weekje